10 merknamen die begrippen werden

Schrijf je met een bic of gebruik je een balpen? Leg je vakantiemomenten vast met een kodak of met een fototoestel? En zit je kind in de auto in een maxicosi of toch liever in een autostoel?

De kans is groot dat je telkens voor de eerste optie ging. Dat is ook logisch, want veel korter. Wij isoleren ons dak ook liever met isomo dan met geëxpandeerd polystyreen. Al deze woorden zijn merken die we hebben opgenomen in onze taal. Dat fenomeen heet taalverwatering en toont je hoe aanwezig merken kunnen worden in onze leefwereld. Deze tien merknamen hebben het zelfs tot in het woordenboek geschopt:

1. Baxter

Baxter is een Amerikaans medisch bedrijf dat onder andere infusen en geneesmiddelenverdeelsystemen produceert. Maar als je in een ziekenhuis naar een baxter vraagt, weet  de verpleegster gelukkig perfect wat je bedoelt.

2. Chocomel

“Dat proef je wel,” zo luidde de eerste slogan die het Nederlandse merk Nutricia aan haar choloademelk gaf. Wanneer de Nederlandse fabrikant haar product op de Belgische markt wou brengen, bleek de naam Chocomel al in gebruik. Daarom brachten ze de chocolademelk in België op de markt onder de naam C.C.mel. Nadien heeft Nutricia gekozen om de fonetische schrijfwijze te gebruiken en zo was ‘Cécémel’ geboren. Maar doe ons maar een chocomel!

3. Polaroid

Wat heeft er meer charme dan wapperen met een leeg vierkant dat langzaamaan een foto blijkt te worden? De Polaroidcamera levert meteen foto’s af, zonder donkere kamer. Een ongelooflijke prestatie toen de Polaroid Land Camera in 1948 op de markt kwam! Zeventig jaar later heeft de Instagramgeneratie de Polaroid trouwens weer helemaal herontdekt…

4. Inbussleutel

Ook wel bekend als dat sleuteltje dat je nooit vindt wanneer je het nodig hebt, of als binnenzeskantstiftsleutel. Een inbussleutel is dat sleuteltje waarmee je je fiets kan maken of een IKEA-kast in elkaar kan zetten. Het Duitse bedrijf Bauer & Schaurte Karcherpatenteerde het gereedschap in 1936 onder de naam Inbus., wat staat voor Innensechskantschraube Bauer und Schaurte. Minder sexy.

5. Bic

De Fransman Marcel Bich maakte in 1950 een wegwerppen die, in tegenstelling tot zijn voorgangers, niet lekte. Hij gaf zijn achternaam aan de pen maar dan zonder de ‘H’, vanwege de verwarring met het Engelse scheldwoord.

6. Googelen

Google is de meest gebruikte zoekmachine op het internet. Oprichter Larry Page had een passie voor wiskunde en vernoemde zijn bedrijf naar het getal googol, wat een waarde heeft van 10100. Sinds het ontstaan in 1997 heeft Google het internet veroverd en is het de beste vriend geworden van elke student. ‘Googel het eens’ is tegenwoordig het juiste antwoord op elke vraag.

7. Fotoshoppen

Het computerprogramma van Adobe is nog geen 30 jaar oud maar is in sneltempo beroemd geworden. In de creatieve sector is Photoshop een begrip, en fotoshoppen is nu eenmaal een makkelijker woord dan ‘digitaal foto’s bewerken’.

8. Jeep

Het Amerikaanse bedrijf ontwikkelde oorspronkelijk terreinwagens voor het Amerikaanse leger. De voertuigen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ook ingezet in Europa. Na de Oorlog groeide de auto uit tot een begrip, en vandaag de dag noemen we zelfs SUV’s van andere merken consistent ‘jeep’.

9. Vaseline

Dit goedje werd in 1859 uitgevonden door Robert Chesebrough onder de naam Vaseline Petroleum Jelly en is eigendom van Unilever. Het is een petroleumresidu dat vooral wordt gebruikt als zalf om de huid in te smeren.

10. Viagra

Viagra of Sildenafil werd ontwikkeld als medicijn tegen een hartaandoening, maar tijdens de tests werd ook een andere werking vastgesteld. De blauwe pilletjes werden in 1996 gepatenteerd en werden wereldberoemd.